Gisborne

Toen wij in januari op het Zuider eiland van die mooie tochten liepen, spraken manlief en ik met elkaar af dat we eens in de vier tot zes weken een weekendje weg zouden gaan. Een mooie wandeling moest op het programma staan. Het liefst om en nabij een gezellig plaatsje, waar we ’s avonds gezellig uit eten kunnen.

Een bezoek aan Gisborne staat als eerste op het programma. Ik had een tocht uitgezocht die driehonderd meter omhoog zou leiden over boerenland met als klap op de vuurpijl uitzicht over Poverty Bay. Een niet al te zware wandeling waar je een redelijke fitness voor moet hebben. Ongeveer drie uur wandelen houden we wel vol. 

We logeren in een motel, genoemd naar Captain Cook die in 1769 aan wal ging bij Gisborne. Hij wierp er een arrogante blik op en noemde het “Poverty Bay” omdat hij vond dat er werkelijk niets te verhapstukken viel voor hem en zijn bemanning. Wat een snob …

We kunnen zaterdagochtend op ons gemak vertrekken, het is iets meer dan drie uur rijden. We hebben dit wandel weekend al een keer uitgesteld omdat de weersvoorspelling niet al te best was, maar nu belooft het heerlijk weer te worden. 

Voor vertrek vragen we onze virtuele assistente Siri hoe we het beste kunnen rijden. We horen haar allebei zeggen: ‘gravel roads ahead.’ We negeren het. Ik denk dat ik het niet goed gehoord heb en manlief vertelt later dat hij hetzelfde dacht. We gaan gewoon over de snelweg, toch?!

Gravel roads zijn van die wegen vol met kleine steentjes. Als je net ietsje te hard rijdt, krijg je zo’n aquaplaning effect. Vreselijk. Ik heb het wel gehad met dat soort wegen nadat we bijna vast zaten in de blubber op het Zuider Eiland. ‘Jij wilde toch avontuur’, zei manlief olijk toen ik bijna een hartverzakking kreeg …

Na ongeveer anderhalf uur rijden worden wij gestopt door een meneer in een fluoriserend jasje. De snelweg is afgesloten. Ons wordt verzocht om te keren. Ja maar, ja maar … we moeten naar Gisborne! 

Jammer dan, de weg wordt gerepareerd en gaat pas vanavond rond zes uur weer open, wordt ons meegedeeld. Het wegdek wordt echt veel beter, weet de boodschapper ons nog te vertellen. Daar hebben wij op dit moment niets aan. We draaien om en Siri geeft ons een alternatieve route. Inderdaad, over een gravel road

Gelukkig is de weg redelijk de berijden, tenminste als je zo goed kunt rijden als mijn man. Ik zou de hele weg ongeveer 20 km per uur rijden en dan nog in m’n broek piesen. Nu houd ik gewoon af en toe m’n ogen dicht … Op een gegeven moment gaat de weg over in een normaal asfalt en komen wij door een dorpje waarbij een sloppenwijk in het meest arme land er volgens mij nog goed bij uit ziet. Het is verbazingwekkend. Er wonen toch echt mensen in deze krotjes. We zien auto’s en overal waslijntjes. Ik haal m’n moeder aan, zij zou geheid zeggen: ‘Het lijkt hier wel een uitdragerijtje!’

We rijden verder, door gehuchtjes waar je met één keer goed gas geven doorheen bent. Uiteindelijk komen we toch nog voor tweeën aan in Gisborne. We checken in en besluiten ergens wat te gaan drinken. 

Het plaatsje doet erg armoedig aan. Als ik het zou moeten beschrijven; voornamelijk gebouwen met afgebladderde verf en ongewassen ramen (en mensen). Niets ziet er ook maar enigszins gezellig uit.

Na een uurtje lopen en overal naar binnen te hebben geloerd, geven we het bijna op. Ís er hier wel een gezellige tent? Ons commentaar varieert van: hier gaan we dus niet zitten hè, tot hier willen we nog niet dood gevonden worden. 

We hebben wel lol met elkaar, we maken elkaar uit voor Captain Cook 1 en 2. Wat een snobs! Uiteindelijk belanden wij in een restaurantje waar we jaren geleden met Nederlandse vrienden hebben gegeten. We drinken een biertje en een wijntje onder de druivenranken. ’s Avonds begint de speurtocht naar een gezellig restaurantje opnieuw. Misschien hebben we iets gemist? 

Uiteindelijk belanden we in een Italiaans restaurant dat goed staat aangeschreven op Trip advisor. De verse traditionele Italiaanse ingrediënten waar ze zo prat op gaan, beperkten zich tot een opgewarmde diepvriesmaaltijd waar ze een lading rucola en parmezaanse kaas over hadden gestrooid. Gelukkig was het gezelschap traditioneel gezellig.

De volgende dag zijn we vroeg op. We eten een omeletje vergezeld van een goeie kop koffie en dan gaan we op pad met onze rugzakken.

De wandeling was super, het uitzicht prachtig. Door velden met koeien en vennetjes liepen we naar de top en genoten we van het uitzicht over Poverty Bay. 

De omgeving is de moeite waard, maar het plaatsje zelf, Gisborne, daar hoeven we nooit meer naar toe.

Leave a comment